Skip to main content

Jehan, de zoon van stamvader Jehan

Jehan was het zesde kind van Jehan Seignette en Jehanna Cabaret. Hij leefde van 1592 tot 1648 en werd meester apotheker in La Rochelle. Hij trouwde in juni 1620 met Marie-Suzanne Guillemard en ze kregen negen kinderen : Esther (1621), Jehan (1623-1663), Pierre (1625), Jehanne (1628), Marie (1631), Elie (1632-1698), Suzanne (1634), Madeleine (1636) en Pierre (1639).

Jehan behoorde net als zijn vader tot het ‘nieuwe geloof’ en bekleedde de functie van diaken in de kerk, getuige nog enkele bestaande inscripties in de oude tempel.

In de bibliotheek van de stad zijn documenten te vinden die laten zien dat zijn apothekerij gevestigd was in het huis “Quatre Vents” oftewel “Vier Winden” genaamd, tegenwoordig gelegen aan de rue du Palais en la place des Petits-Bancs.

Jehan maakte de verschrikkelijke ontberingen tijdens het Beleg van La Rochelle mee en dat motiveerde hem om nieuwe medicijnen te vinden. Doordat de stad omsingeld was kwam de handel van goederen ook stil te liggen.

Er was tekort aan voedsel en er brak een ziekte uit, die ‘ferobs’ werd genoemd, of ‘mal de terre’, scheurbuik.
Zo vinden we in de Bibliotheek van de stad documenten die aangeven dat Jehan in die tijd goede resultaten boekte door behandeling met de mosterdplant en een speciaal soort zout.

Een apotheek in de rue du Temple in La Rochelle in de 17e eeuw, M.E. Couneau
Jambu Apothicaire, M.E. Couneau
C i t a a t : ‘ Het gebrek aan levensmiddelen werd steeds groter. Er was nog maar weinig vlees, wel waren er nog sardines, haring en kabeljauw maar er was een tekort aan vers voedsel ontstaan. In maart 1628 werden veel inwoners door ziekte getroffen: een ziekte die ’ferobs’ werd genoemd, of ook wel ‘mal de terre’; het moet inderdaad scheurbuik zijn geweest.
De patiënten hadden doffe, levenloze ogen, zweren in de mond, rottend tandvlees, vrijwel verlamde armen en opgezwollen benen. De artsen dachten dat de ziekte veroorzaakt werd door het gepekelde (ingezouten) voedsel en daarom schreven zij de zieken voor om mosterdplant met witte wijn te nuttigen, de mond te spoelen en de benen te behandelen met het zout van apotheker Seignette. Maar tegen Pasen was de ziekte verdwenen.’

De bevindingen van Jehan Seignette werden dus dikwijls vastgelegd en bij het Gilde gedeponeerd. Ook werkten er andere apothekers en chirurgijnen samen met de Seignettes.
Twee kinderen van Jehan Seignette en Marie-Suzanne Guillemard kozen voor medische beroepen, zoon Jehan werd arts, en Elie wilde meester apotheker worden. Ze schreven zich in bij het Gemeente-register van La Rochelle.

Uit het Gemeenteregister van de stad La Rochelle.
Omstreeks 1650 registreren de broers Je(h)an en (H)élie Seignette het wapenschild van de familie.
Je(h)han als Doct’r en Médecine en (H)élie als Mr. Apothic’re 
De farmacie werd in het algemeen niet alleen bijzonder serieus en voortvarend bedreven, zij werd ook uitgebreid beschreven. Om kwakzalvers en nietsnutten te weren werden er allerlei regels en statuten vastgelegd. Zo moest je, om bevoegd apotheker te worden in de leer bij meester-apothekers, bij hen examens afleggen, respect voor collega’s tonen, en daarna nog voldoende ‘krediet’ bij de burgemeester behalen om je bekwaamheid te tonen.
Ook moest je een persoonsadministratie bijhouden van de geneesmiddelen en de uitwerkingen ervan op de gebruikers beschrijven. Er staat ook bijvoorbeeld in artikel 49, dat de zonen van een apotheker een bijzondere status krijgen ingeval hun vader (en kostwinner natuurlijk) zou komen te overlijden. Zij konden dan het beroep van hun vader voortzetten, er werd een mentor voor zijn achterblijvende kinderen benoemd, en zij hoefden ook minder belasting te betalen.

Maar helaas kwam hun vader, de meester apotheker Jehan te overlijden in 1648.

Het familieverhaal gaat verder over twee van zijn zonen: Jehan, die arts was geworden, en Elie, voor de familiegeschiedenis in Nederland van groot belang. Elie wilde zijn vader opvolgen als meester-apotheker, maar hij was toen nog maar 16 jaar oud. “Nu moeten we de taken anders verdelen” schrijft hij aan zijn broer Jehan. “Jij kunt vaders experimenten uitvoeren, en ik houd me verder bezig met het prepareren van medicijnen en doe de registratie van de zieken”.

Een aantal jaren later zouden de twee broers het Seignette-zout uitvinden. Lees meer over Elie Seignette

Jehan had medicijnen gestudeerd aan de universiteit van Montpellier, waar Théophraste Renaudot, een geneesheer die later een beroemd journalist is geworden, een warm pleitbezorger was van het gebruik van chemische medicijnen.
Ook Jehan was van mening, dat scheikundige toepassingen tot veel mogelijkheden voor goede geneesmiddelen zou leiden. Daarmee verzette hij zich tegen de opvattingen van de artsen in Parijs, waarvan de beroemdste, Guy Patin, de toepassing van de drie “S-en” was toegedaan: séné, seringue en saignée (sennablad, spuit, [voor klysma], en aderlating). Hij was dus ook een volgeling van de “chemische school” en werkte in die hoedanigheid mee aan het onderzoek van zijn vader.

Jehan Seignette trouwde met Catherine Magnen en hun oudste zoon – weer een Jehan (1654-1701) – werd óók arts, en van deze zoon is de volgende afbeelding bewaard gebleven.

Dit is Jehan Seignette 1654-1701, zoon van Jehan Seignette (broer van Elie) en Catherine Magnen.
Hij was ook arts, net als zijn vader. Hij trouwde in 1680 met Jeanne Richard. Omdat hij overtuigd protestant was en weigerde katholiek te worden, werd hij door koning Lodewijk XIV uit La Rochelle verbannen en vluchtte in 1698 naar Parijs. Daar zwoer hij in 1699 het geloof af. Hij overleed er in 1701.
Een bevel tot inhechtenisneming en ballingschap
voor Jehan Seignette ondertekend door koning Lodewijk XIV

De koning wil de arts Jehan Seignette in ballingschap zenden naar Jargeau sur-Loire. De brief is slecht te ontcijferen, maar de volgende woorden komen er letterlijk in voor:

“Zijne Majesteit, niet tevreden … gedrag/houding/handelwijze…. van genoemde Seignette, arts in La Rochelle, gelast… hem, …nadrukkelijk… zolang hij kennis zal hebben van de/het huidige leven/voortbestaan… zich te begeven naar de…. van Jargeau-sur-Loire… totdat Zijne Majesteit… … ongehoorzaamheid… … markies [Balthazar Phélypeaux] de Chateauneuf, staatssecretaris ….. …. …”

opgemaakt te Fontainebleau op ….september 1699

Zo getuigen veel Seignettes van een harde levensstrijd vanwege het geloof.

Bronvermeldingen
* Herkomst van het schilderij van Jehan Seignette: “Oeuvres anciennes des musées d’art et d’ histoire de la Rochelle” door Thierry LeFrançois; het originele schilderij is eigendom van het stadhuis l’Hôtel de Ville in la Rochelle (in depot)

* Herkomst van de tekst en de wetenswaardigheden over de oude familie Seignette en de brief van Koning Lodewijk XIV: Contribution aux études historiques sur la Pharmacie en France: La Pharmacie à la Rochelle avant 1803 door Maurice Soenen, docter in de pharmacie – 1910

* Herkomst van de tekst ook uit een referaat van Henriette MURAT, CGAS (Cercle généalogique d’Aunis Saintonge, FR) november 1996

* Doopregisters en huwelijksarchieven van Charente-Maritime – La Rochelle, Frankrijk