Skip to main content

Elie Seignette, Maître Apothécair

Elie Seignette werd geboren in La Rochelle op 1 juni 1632 en gedoopt op 6 juni 1632. Hij overleed 65 jaar oud op 2 mei 1698.
Eli was het zesde kind van Jehan Seignette (1592-1648) en Marie-Suzanne Guillemard (1597-1646), een protestants gezin van het nieuwe geloof in die tijd, die zich Hugenoten noemden.
Beroep: apotheker, drogist, muntmeester en deken (pastor) in de protestantse kerk.

Portret van Elie Seignette uit het boek van Maurice Soenen.
Het originele schilderij is geschilderd door M. Baudoin en behoort in 1910 aan de familie Barbedette, gelieerd aan de Seignette familie, maar de locatie is onbekend.

Via geboorte- en overlijdensaktes is terug te vinden, dat Elie en Elisabeth elf kinderen kregen, waarvan er drie of vier jong overleden. De namen die in de registers staan, zijn: Elisabeth 1656-1679, Elie 1657-1719, Pierre 1660-1719, Catherine 1661, Judith 1663, André 1664-1698/? , Marie 1666, Jean 1667-1744, Madeleine 1671, en Benjamin 1677-1752, die de stamvader in Nederland zou worden.

Op 25 januari 1654 trouwde de 22-jarige Elie Seignette met de
19-jarige Elisabeth Perdriau (1635-1713) in de “Église Réformée” , de Franse protestantse kerk of tempel van La Rochelle.
Zij moeten in die tijd nogal belangrijk zijn geweest, want er staan wel 40 handtekeningen op de trouwakte, waarvan het origineel zich in de bibliotheek van La Rochelle bevindt.

De trouwakte van Elie Seignette en Elisabeth Perdriau

Elie was het zesde kind van Jehan de apotheker en negen jaar jonger dan zijn oudste broer Jehan de geneesheer. Elie kwam al op 13-jarige leeftijd (in 1645) bij zijn vader in de leer om later hetzelfde vak te kunnen uitoefenen.

Zo had een Pharmacie in de 16e eeuw diverse potten en kannen
met kruiden, poeders, zalfjes, drankjes en pillen
uit het ziekenhuis Saint-Louis

Deze drie leden van de familie Seignette werkten gedurende drie jaar nauw samen, totdat hun vader op 5 februari 1648 overleed.
Daarna verdeelden de twee broers het werk: Jehan richtte zich op de studie en Elie wijdde zich aan de bereiding van de geneesmiddelen, aan het leveren/toedienen ervan aan de zieken. Ook reisde hij veel om nieuwe kennis over geneesmiddelen op te doen.

Elie is zijn hele leven druk geweest om naar nieuwe medicijnen te zoeken. Aanleiding daartoe waren veel verschrikkelijke ziektes uit die tijd, zoals bijv. scheurbuik, die onder de bevolking ontstond tijdens het 14-maandelijkse Beleg van La Rochelle.
Ook werd er gezocht naar middelen om de pijn van de slachtoffers van martelingen te verlichten.

In de stukken die bewaard zijn gebleven in de archieven van La Rochelle is terug te vinden, dat Elie samen met zijn broer Jehan dikwijls hun schriftelijke bevindingen over bepaalde middelen bij het Gilde deponeerden. Ook is er te lezen, dat andere apothekers en chirurgijnen soms met de Seignettes samenwerkten.

Elie was dus nog maar 16 jaar oud toen zijn vader overleed. Vanwege zijn leeftijd was hij volgens de wet niet bevoegd om de apotheek op eigen houtje voort te zetten. Zijn moeder leefde ook al niet meer, hij had dus ook geen voogdes. Daarom had hij eigenlijk de hulp nodig van een door de leden van het vakgenootschap erkende apothekersbediende. Maar er zijn geen gegevens bekend, dat Elie zo’n bediende heeft gezocht.

Verschillende keren spanden hun vakbroeders een proces tegen hen aan en moesten de twee broers voor het gerecht verschijnen. Uiteindelijk kreeg Elie toch toestemming om zijn beroep uit te oefenen tot hij 20 jaar zou zijn, de leeftijd waarop hij als meester-apotheker zou kunnen worden erkend. Maar toen hij die leeftijd had bereikt in 1652, verzuimde hij een verzoek in te dienen om de examens te mogen afleggen.

Rond 1655 maakten de twee broers hun ontdekking van het Sel Polychrest bekend.
Dit Polychrest Zout staat tegenwoordig nog steeds genoteerd in de Franse Codex
onder de naam “Zout uit La Rochelle” of “Seignette-zout“.
De Seignette familie vergaarde er grote roem en rijkdom mee.
Helaas kwam Jehan in 1663 te overlijden, 40 jaar oud.
Elie bleef als enige over voor de productie
en het op de markt brengen van het Polychrest zout.

Het polycrest- of Seignettezout is een
eenvoudig samengesteld zeer heilzaam geneesmiddel,
onschadelijk en eenvoudig in gebruik
(en het recept was geheim)

Waarschijnlijk dacht Elie, dat zijn vakbroeders hem onvriendelijk gezind waren omdat hij een aanhanger was van het protestantse geloof. En het was nu eenmaal een tijd van felle godsdiensttwisten. Maar zijn vakbroeders betwistten hem via gerechtelijke procedures, en scherpe, kritische verslagen van gehouden controles. Ondanks al deze dreigementen en gerechtelijke acties zijn er (nog) geen brieven gevonden, waarin Elie Seignette vroeg om examen te doen. Dat was natuurlijk tegen het zere been van het Apothekersgilde van La Rochelle.

Beroemde artsen die het zout aanraadden:
Daguin, de lijfarts van de koningin van Engeland,
Vallot, de lijfarts van de Franse koning, en
ook de eerwaarde Abbé Condé

De originele verpakking van het Seignette-zout uit de 16e eeuw

Zo heeft een Pharamacie er in de 16e eeuw in La Rochelle uitgezien

Vijfentwintig jaar lang zijn er regelmatig processen tegen Elie aangespannen en werden er verschillende boetes geheven omdat hij de aanmaningen van zijn collega’s negeerde om zijn diploma te halen. Hij kwam onder grote druk te staan van de reglementen van de statuten van het apothekersgilde. Daarom kreeg hij op 31 juli 1649 een gerechterlijk bevel tot het betalen van een boete van ‘500 livres’, een flink bedrag in die tijd.

Ondertussen was er de vreemde situatie ontstaan, dat:
1) de Koning medezeggenschap eiste in het Gilde der Apothekers
2) dat alle apothekers in La Rochelle katholiek moesten worden.

Maar het zout had de hugenoot Elie Seignette zó beroemd gemaakt, dat men hem niet meer kon negeren. Door het grote succes van het zout genoot hij groot aanzien en eer.

Zo kwam het, dat hij uiteindelijk zelf aan de Franse koning Lodewijk de Veertiende toestemming vroeg om zijn beroep te mogen uitoefenen. Dit verzoek werd doorgegeven aan de Intendant van de Généralité (indertijd in Frankrijk de hoogste bestuurder van een bepaald gebied zoals een provincie). Deze Intendant, Colbert du Terron, reageerde in 1673 op het verzoek met een dusdanig positief en gunstig advies, dat de koning Elie Seignette toestemming verleende om in La Rochelle het apothekersvak uit te oefenen.

Zo werden de statuten van de gilde der Meester Apothekers van La Rochelle in 1678 aangepast en ondanks alle voorafgaande protesten van zijn vakbroeders werd er voor Elie een uitzondering gemaakt. Er kwamen nu de volgende bepalingen in de statuten te staan (heel kort samengevat) :

Artikel 1:
“De allereerste voorwaarde die voor apothekers noodzakelijk is om hun beroep uit te oefenen, is dat zij van het katholieke geloof moeten zijn.”

Artikel 2:
“……. iedereen behalve Elie Seignette….. ”

Elie was in die tijd al zo’n beroemdheid geworden, dat je hem niet meer over het hoofd kon zien.

Het stukje tekst met de uitzondering voor Elie Seignette

Gedurende de laatste periode van zijn leven legde Elie Seignette zich toe op verdere groei van de handel in zijn product, met name in Engeland en ook in Amerika, waar zijn jongste broer Pierre zich had gevestigd om de verkoop van het zout op zich te nemen.

Hij reisde veel. In 1678 ging hij naar de Franse steden Nîmes, Narbonne en Montpellier waar hij onderzoek deed naar het bronwater van Balaruc-les-Bains, samen met zijn neef Jehan, de zoon van zijn broer Jehan de geneesheer, met wie hij tot diens overlijden in 1663 had samengewerkt.

* * *

Elie Seignette bleef vanaf 1656 werkzaam
in zijn apotheek aan de rue du Temple.

Hij ontving uiteindelijk zijn ‘maître’ titel op 25 januari 1690.

Tot aan zijn overlijden in 1698 leefde hij in La Rochelle,
zonder ooit zijn geloof te hebben afgezworen

* * *

Hoe weten we dit allemaal?

Lees over het proefschrift van Maurice Soenen

en het Seignette-zout